Om de Vector WD2.0 autonome maaimachine volledig autonoom te kunnen laten rijden, is het dockingstation van belang. Autonome werking wil immers zeggen dat de maairobot zonder menselijke tussenkomst zijn taken uitvoert. Nu zijn er klanten van Vector Machines die met een autonome maairobot meerdere zonneparken onderhouden. Op die, relatief kleine zonneparken, wordt dan bewust geen dockingstation geinstalleerd. Beheerders van een zonnepark laten de Vector WD2.0 daar een dag grasmaaien en halen de maaimachine na een dag weer op. Het opladen van de accu’s gebeurt dan handmatig. Natuurlijk is dat een prima manier om de autonome maaimachine toe te passen, echter het idee van volledig autonoom gaat dan net niet op.
Om volledig autonoom te kunnen navigeren, dient er een dockingstation geïnstalleerd te worden. Een dockingstation (of basisstation) voor autonome maairobots is een essentieel onderdeel van robotmaaiersystemen. Deze stations dienen als oplaadpunt en vertrekpunt voor autonome maairobots.
Opladen maairobot
Het belangrijkste doel van een dockingstation is om de robotmaaier op te laden. Wanneer de accu’s van de robot bijna leeg zijn of de maaitaak is voltooid, keert de autonome maairobot automatisch terug naar het dockingstation om op te laden.
Voordelen van een dockingstation voor autonome maairobots
Een dockingstation zorgt ervoor dat de robot autonoom kan werken zonder menselijke tussenkomst. De robot kan de maaiklus uitvoeren en zichzelf opladen wanneer dat nodig is.
Daarnaast zorgt een basisstation voor optimalisatie. De robotmaaier kan de grasmat regelmatig en op het juiste moment maaien, waardoor een gezonder gazon ontstaat. Dit maakt het grasonderhoud op zonneparken vele malen efficiënter voor zonnepark eigenaar en beheerders. Doordat de maaimachine automatisch terugkeert naar het dockingstation om op te laden, wordt energie-efficiëntie gemaximaliseerd. Dit betekent dat de robot niet willekeurig over het gazon rijdt op zoek naar zijn laadstation.
Geld besparen met autonome maaimachine
Door de combinatie van autonome maaimachine met dockingstation wordt er veel bespaart aan zowel tijd als arbeid. Er hoeft op terreinen waar de Vector WD2.0 maairobot ingezet wordt geen tijd besteed te worden aan handmatig maaien of aan het opladen van de robotmaaier. Dit bespaart tijd en arbeid.
Optimalisatie basisstation maairobot
Voor de Vector WD2.0 zijn wij continu aan het onderzoeken wat de meest efficiënte functies zijn. Maar ook kijken we naar de doorontwikkeling van de hardware, software en ook toebehoren als het laadstation.
Opladen door sleepcontacten (draadloos opladen)
Om zonder menselijke interventie de Vector maairobot op te kunnen laden, is het dockingstation zo ontwikkeld dat er door middel van sleepcontacten wordt opgeladen. Opladen door sleepcontacten is draadloos, maar niet te verwarren met contactloos zoals bij inductie. Sleepcontacten wil zeggen dat er wel fysiek contact is. Bij opladen door sleepcontacten zijn er fysieke contacten of aansluitingen tussen het laadstation en het voertuig. Dit kunnen metalen pinnen, sleuven of contacten zijn die direct contact maken met de batterij of de laadpoort van het voertuig.
Het opladen door sleepcontacten zorgt voor een zeer efficiënte energieoverdracht omdat er geen luchtspleet is tussen het laadstation en de maaimachine. Dit resulteert in een snelle en efficiënte lading. Hierdoor kan er bij sleepcontacten dus meer vermogen overgebracht worden. Dit betekent dus dat bij het opladen door sleepcontacten een kortere laadtijd is ten opzichte van contactloos (inductie) opladen.
Wat van groot belang is en wat veel uren ontwikkeling en testen vergt, is de positionering. Nauwkeurige positionering is namelijk vereist. De Vector autonome maaimachine komt nadat het een aantal uren heeft gemaaid teruggereden naar het oplaadstation. Het voertuig moet nauwkeurig komen aanrijden en vervolgens uitlijnen en parkeren bij het laadstation. Dit dient uiterst nauwkeurig te gebeuren, omdat de contacten op elkaar moeten aansluiten voor de lading.
Recent hebben we een nieuwe dockingstation ontwikkeld, welke nu getest worden. Dit wordt eerst getest in de werkplaats en nadat in de werkplaats de eerste testen geslaagd zijn, op een testveld. Het testveld is in ons geval een zonnepark, zodat we ook de werkelijke omstandigheden kunnen nabootsen. De machine komt op dezelfde snelheid aanrijden, onder alle weersomstandigheden, net als dit op werkelijke terreinen als zonneparken, boomkwekerijen of in de fruitteelt zal gebeuren.