Op de Vector autonome maaimachine werken GPS en LIDAR samen om de positie van de maaimachine en de omgeving waarin deze zich bevindt te bepalen. GPS (Global Positioning System) is een satellietnavigatiesysteem dat kan worden gebruikt om de locatie van een object op aarde te bepalen. Een LIDAR-sensor daarentegen maakt gebruik van laserlicht om de omgeving rondom de maaimachine te scannen.
Door het combineren van GPS- en LIDAR-gegevens kan een autonome maaimachine zijn positie en de omgeving waarin deze zich bevindt nauwkeurig bepalen. De GPS-gegevens worden gebruikt om de positie van de maaimachine op aarde te bepalen, terwijl de LIDAR-sensor wordt gebruikt om de omgeving rondom de maaimachine te scannen en obstakels te detecteren.
De LIDAR-sensor meet de afstand tot objecten in de omgeving en maakt een gedetailleerde kaart van de omgeving waarin de maaimachine zich bevindt. Deze informatie wordt gebruikt om de maaimachine te helpen navigeren en obstakels te vermijden. De GPS-gegevens worden ook gebruikt om de maaimachine te helpen navigeren en om de snelheid en richting van de maaimachine te bepalen.
Het combineren van GPS en LIDAR-gegevens is essentieel voor een autonome maaimachine om veilig en nauwkeurig te kunnen werken. Door het gebruik van deze geavanceerde sensortechnologieën kan een autonome maaimachine efficiënt en effectief werken, zonder menselijke tussenkomst en met een hoge mate van precisie.